Veel donkere herinneringen en gruwelijke ervaringen heb ik lang geleden uit mijn gedachten kunnen zetten. Maar de beelden van de Kristallnacht in november 1938 achtervolgen mij nog steeds. Ik was acht jaar toen ons huis en de zaak van vader werden geplunderd en in brand gestoken. De angst van moeder, de machteloosheid van vader kon ik van hun gezichten lezen, zelfs in het donker. Het ghetto, de honger, dwangarbeid en onderduik waren verschrikkelijk.
Het afscheid van mijn ouders op het station was definitief. Razernij, haat van Nazi’s, ik heb het allemaal een plaats kunnen geven. Maar de beelden en geluiden van Kristallnacht kon ik nooit uit mijn gedachten bannen. Mijn zoon dwong mij in behandeling te gaan. Al vier jaar ben ik in therapie bij AMCHA. Geleidelijk worden die herinneringen draaglijk. Nu praat ik er af en toe over met mijn ouders, heel zacht, zodat niemand het hoort. Eindelijk vind ik wat rust.